Informatie over locaties
Geldt voor: Microsoft Dynamics AX 2012 R3, Microsoft Dynamics AX 2012 R2, Microsoft Dynamics AX 2012 Feature Pack, Microsoft Dynamics AX 2012
Dit onderwerp geldt voor functies in de module Voorraadbeheer. Dit geldt niet voor functies in de module Magazijnbeheer.
De term locatie verwijst naar de plaats waar artikelen worden opgehaald.
Voor elke locatie kan ook de plaats worden opgegeven waar het artikel wordt ingevoegd. Standaard zijn deze gelijk. Meestal worden artikelen aan dezelfde kant van de locatie ingevoegd en opgehaald, maar niet altijd. Zo worden artikelen in opslagrekken aan de ene kant in de rekken geplaatst en aan de andere kant uit de rekken gehaald.
De belangrijkste invoer is een locatienaam, die meestal door de coördinaten ervan wordt gedefinieerd: magazijn, gang, rek, plank en bak. Deze naam of ID kan in het formulier Voorraadlocaties handmatig worden ingevoerd of worden gegenereerd op basis van de coördinaten van de locatie, bijvoorbeeld 001-002-03-4 voor gang 1, rek 2, plank 3, bak 4.
Notitie
U kunt locaties automatisch aan een magazijn koppelen. Klik in het formulier Voorraadlocaties op Functiesen selecteer Locatiewizard.
Locatie-eigenschappen
Een locatie heeft de volgende kenmerken:
Grootte (aantal pallets, hoogte, breedte en diepte)
Groep pallettypen
Opslaggebied
Orderverzamelgebied
Locatietype (inbound dock, outbound dock, orderverzamellocatie of bulklocatie)
Met controletekst kan in onlinesystemen worden gecontroleerd of de operator de juiste locatie voor een bepaald artikel heeft geselecteerd. Deze controletekst kan handmatig of standaard door het systeem worden gemaakt.
Sorteercodes
Met sorteercodes kunt u de afhandeling van orderverzamelregels optimaliseren. Deze regels bevatten de gegevens die nodig zijn om artikelen uit de voorraad op te halen zoals de volgorde waarin de orders worden verzameld. Sorteercodes kunnen worden opgegeven met de gang en de andere coördinaten, of handmatig voor de locatie worden toegewezen.
Geblokkeerde locaties
Soms moet u een locatie gedurende een bepaalde tijd blokkeren, bijvoorbeeld om reparaties mogelijk te maken. Op andere momenten wilt u mogelijk alleen de invoer of de uitvoer blokkeren. Het is mogelijk om een van beide of allebei te blokkeren.
Locatietypen
In Microsoft Dynamics AX worden de volgende locatietypen gebruikt:
Massalocatie: het gebied in het magazijn waar ontvangen artikelen worden opgeslagen totdat ze naar orderverzamellocaties worden getransporteerd. Bulklocaties worden gebruikt voor het aanvullen van orderverzamellocaties als de voorraad afneemt, en voor het verzamelen van gehele pallets.
Orderverzamellocatie: het gebied waar artikelen worden opgeslagen totdat deze voor zending worden verzameld. De artikelen worden hier opgeslagen om te waarborgen dat ze gemakkelijk kunnen worden verzameld. De orderverzamellocatie wordt gebruikt voor het verzamelen van kleine hoeveelheden van een artikel. Een artikel kan slechts één orderverzamellocatie in elk magazijn hebben.
Inbound dock: de locaties in het magazijn waar goederen worden ontvangen.
Outbound dock: de locaties in het magazijn waaruit goederen worden verzonden.
Locatieplaatsing
Locatieplaatsing kan worden verdeeld in invoergebieden en orderverzamelgebieden.
.gif "Aa569916.collapse_all(nl-nl,AX.60).gif")
Invoergebieden
Invoergebieden zijn gebieden in het magazijn waar artikelen na ontvangst worden geplaatst. Artikelen worden gegroepeerd op basis van vergelijkbare kenmerken of de volgorde waarin ze op hun locaties worden geplaatst. Zo worden artikelen die gekoeld moeten worden opgeslagen, ergens anders in het magazijn opgeslagen dan artikelen die niet hoeven te worden gekoeld.
Orderverzamelgebieden
Orderverzamelgebieden worden in het gehele magazijn toegewezen om artikelen te groeperen die tegelijk of door dezelfde persoon moeten worden opgehaald. Artikelen die bijvoorbeeld alleen met een vorkheftruck kunnen worden opgehaald en getransporteerd, bevinden zich op een andere orderverzamellocatie dan artikelen op de begane grond die door één persoon met behulp van een handlift kunnen worden verzameld.
Tabblad Boomstructuur
In het formulier Voorraadlocaties kunt u de locaties grafisch weergeven. Locaties worden weergegeven in een boomstructuur op basis van de coördinaten. Via deze boomstructuur kan ook een bepaalde locatie worden opgezocht.
Als u de instellingen van de boomstructuur wilt definiëren, klikt u op Instellen >> en selecteert u de gegevens die u wilt weergeven. Schakel het selectievakje Optelling in als u het aantal locaties in de onderliggende niveaus van de structuur wilt kunnen zien, zoals het aantal rekken in een gang of het aantal planken in een rek.